Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
Volgende revisieBeide kanten volgende revisie
blog [2021/11/26 20:15] – [**Panklare stapjes**] Herman H. Bertelerblog [2022/01/20 11:26] – [Een eigen kweek] Herman H. Berteler
Regel 594: Regel 594:
 j.w.tjeenkwillink@gmail.com j.w.tjeenkwillink@gmail.com
  
 +===== Een eigen kweek =====
 +
 +De meeste golfbaan-architecten beste(e)den nauwelijks aandacht aan de verschillende concurrerende attracties die hun [[onderdeel:baan|baan]] kan hebben en komen bijvoorbeeld niet veel verder dan maquette-achtige ontwerpen met gemetselde waterranden. 
 +Het is dus aan de ‘baancommissies’ om het gebiedseigen onderscheidende, toe te voegen. Het is ook een ”must”, om met wilde, autochtone, gebiedseigen soorten aan [[onderdeel:beplanting|planten]] te werken om de biodiversiteit en klimaat-adaptie op onze banen zo veel mogelijk kansen te geven en belangrijk om ergens een bescheiden plaats te zoeken voor een eigen “kweek”.
 +{clear}
 +
 +
 +Niets is immers beter (en veel goedkoper) dan gewenste [[onderdeel:boom|struiken en bomen]] op het eigen terrein te laten opgroeien. Daarbij kunnen we ons bovendien experimentjes of een gok veroorloven. 
 +Het duurt jaren voor het effect van nieuwe bomen en struiken zichtbaar wordt en mogelijk zelfs een “transformation permanente”. Het kopen van wilde soorten die direct op/om de baan gepoot kunnen worden, is moeizaam en kostbaar. 
 +Ik ken maar 2 betrouwbare adressen. 
 +{clear}
 +
 +
 +Om tempo en hoeveelheid van het kweken te bevorderen, is het zinvol ons vooral op het stekken + verpoten te richten.
 +Om de kans op duurzame biodiversiteit op onze baan te maximaliseren is het een “must” met wilde, autochtone/gebiedseigen soorten te werken.
 +
 +{clear}
 +
 +In mijn vorige artikeltjes binnen **golbaanhandboek.nl** en in edities van **De Nederlandse Golfkrant**, staat de lijst van alle wilde soorten met in de loop van eeuwen (van voor 1600!!) speciaal gebiedseigen gevormd DNA, ook die van de verwilderde cultivars en allochtone soorten met een onvolledig of niet in de ecosysteem passend DNA. Die kunnen een groot woeker/verdringingsrisico vormen waardoor ze de ook in eeuwen gevormde (maatgevende schakels in de) verbindingsstructuren bedreigen. 
 +{clear}
 +
 +
 +Voorbeelden zijn de meeste esdoorns en de Amerikaans eik (die integreren niet) en verdwijnen van te kleine “footprints” met voldoende “waard”bomen waarin en om veel andere organismen leven die een springplank , een voorwaarde voor de verdere verspreiding vormen.
 +{clear}
 +
 +
 +Wat kunnen we in onze kweek het beste wel en niet doen?
 +Randvoorwaarde is de kennis van welke verschillend soorten, wanneer, waar en met welke lengte nodig zijn; welke eisen stelt de plek.
 +  - Gewenste zaailingen elders in/nabij de baan zoeken en verzamelen, in de kweek jaarlijks te verpoten (om voor de goede wortelvorming te zorgen) en tot de gewenste omvang laten groeien en tenslotte met een ruime kluit uit te poten.
 +  - Ruim voldoende (boom/struik)stekken snijden van gezonde verhoute stengels in het vorstvrije na - of voorjaar.
 +{clear}
 +[{{:onderdeel:natuur:mispel_-_jurrian_tjeenk_willink.jpg?300|Mespilus germanica - Mispel.}}]
 +{clear}
 +
 +Snijdt stekken van ca 30 cm, onder een “oog” en boven een oog. Als je de stekken in het najaar snijdt, plaats ze vorst-vrij in een fles met water of pot met aarde. Als de stekken na de vorst gesneden worden kunnen ze in potten met grond of direct in een geul geplaatst worden. Ook nu jaarlijks verpoten.
 +Denk ook aan creatieve experimenten en draagvlak, schakel zo veel mogelijk leden in. 
 +Voorbeeld: we hebben in ons land bloeiende en vruchten producerende wilde soorten (de noten familie, mispel, wilde appel, peer en kers), die zien er leuk uit en trekken wilde bijen, insecten tm vogels aan.
 +
 +Jurrian Tjeenk Willink
 +j.w.tjeenkwillink@gmail.com
  
  
blog.txt · Laatst gewijzigd: 2023/03/22 15:31 door Herman H. Berteler